Een sandaal is een zeer oud type schoeisel. In zijn eenvoudigste vorm bestaat een sandaal uit een zool van tamelijk stug materiaal die met touw of leren riemen onder de voetzool wordt gebonden om tijdens het lopen de voet te beschermen. Meestal is de neus open, zodat de tenen zichtbaar blijven.
Romeinse soldaten liepen op zware sandalen, die Caligae werden genoemd. Deze waren voorzien van uit drie lagen rundleer bestaande zolen die met 80 tot 90 ijzeren spijkers met ronde koppen (clavi) waren bezet. De bovenste laag van de zool liep door als bovenzijde van het schoeisel. Het geheel was aan de bovenzijde aan elkaar genaaid. De caligae werden door middel van een lange leren riem gesloten.